Weetjes, recepten en verhalen uit de keuken en moestuin van Carolien. Een kokende, bakkende tuinierende en schrijvende moeder van vier. Woont samen met haar vier kinderen in het mooie Groningse dorpje Woltersum.
maandag 14 november 2011
Herfst & Zuurkool
Het is herfst bij mij in de tuin. En niet een beetje. Het regent bladeren. We maaien bladeren. Grasmaaien hoeft niet meer, dat groeiseizoen is voorbij. Maar het is wel gemakkelijk om met de motormaaier het blad te verwijderen.
Vanmiddag heb ik de pastinaken onder het blad vandaag gegraven. We waren al erg nieuwsgierig of de pastinaken goed waren opgekomen. Pastinaak kiemt niet gemakkelijk en bovendien kiemt het erg langzaam. Dus voordat ik ze met de vork ging opwippen vandaag hebben ze al heel wat zorg gehad. Maandenlang zijn ze beetje voor beetje gegroeid. Van bovenaf leek het heel wat. Maar of de wortel ook daadwerkelijk een echte heuse pastinaak is geworden kon ik nog niet bekijken. Met mijn klomp duw ik de vork in de grond en door het handvat naar achteren te bewegen hevel ik de wortels uit de grond. Blij verrast zie ik een mooie pastinaak tevoorschijn komen, maar het blije gevoel maakt per direct plaats voor laaiend enthousiasme als ik de mega pastinaak er onder zie. Wat een wortel. Breed van boven, uitlopend naar zeer smal. Mooi roomwit, helemaal gaaf.
Huppelend neem ik mijn oogst mee naar binnen. De eerste twee gaan in de soep, maar voor mij is het nu wel zeker dat er ook nog wel pureetjes van aardappel en pastinaak zullen volgen. Lekker bij onze konijnen of bij een wildstoofpotje. Chips van pastinaak met een beetje zeezout. Ook lekker.
Over konijnen gesproken. Het duurt niet lang meer. Ze genieten dagelijks van wortels, hooi, voederbiet, droogvoer, groenvoer, appels en wat ook nog meer. En ze zijn eigenlijk wel dik genoeg. Het zal spannend worden. We hebben nog nooit konijnen geslacht. Maar we hebben er al heel vel informatie over ingewonnen. In de boeken van John Seymour wordt het slachten van konijnen uitvoerig beschreven en het verschilt niet veel van het slachten van de kippen. Teun zal het eerste deel doen. En ik zal me ontfermen over het villen. Hier in Nederland wordt er maar weinig konijn gegeten. Eigenlijk kennen we alleen Flappie met kerst. Maar vroeger, Hiermee bedoel ik in voorgaande generaties, werden er heel wat opgegeten en ook in omliggende landen is het heel gewoon. Coniglio staat in Italië ten minste regelmatig op de kaart en we zagen ze bij elke slager liggen. Coniglio con picoli e olive. Konijn met pijnboompitten en olijven. Een ligurisch recept. Dat staat ongetwijfeld bij ons tafel. We hebben 9 konijnen in totaal die klaar zijn voor de slacht.
Natuurlijk kan ik me voorstellen dat sommige mensen het zielig vinden. Maar als je eerlijk nadenkt bij het stukje vlees dat je koopt bij de supermarkt of de slager, dan weet je wel beter. Onze konijnen zijn inmiddels de dubbele leeftijd van de industriële en ze hebben heerlijk natuurgetrouw voedsel gehad. Ook hebben ze lekker vrij kunnen lopen en rennen. Iets wat een kip of een konijn uit de winkel niet kan zeggen.
Met Hammie en Henkie gaat het goed. Die jongens groeien echt per dag. De hele familie spaart restjes groenten en brood. Verder graan en af en toe wat brokken. En eieren jatten ze zelf, met hun neuzen zo onder de kippenkontjes vandaan. De boeven.
Mieke is teruggekomen van de bok. Gezellig in de Berlingo van mijn moeder. Prima voor die 500 meter. Ze is bijna drie weken weggeweest en ze is behoorlijk rustig sinds ze terug is, dus ik geloof daadwerkelijk dat het gelukt is. Mieke is zwanger en krijgt als het goed is eind maart een klein geitje of bokje natuurlijk. Heerlijk zo de herfst. De kelder staat vol met weckpotten. Het lijkt een enorme rijkdom.
En ook de wijn zit in de gistingsflessen en de zuurkool zit in de pot…
Het is erg gemakkelijk om zelf zuurkool te maken. Bij de boer kun je voor een habbekrats mooie witte kolen kopen. Ik heb een 10 kilo pot. Dus heb ongeveer 14 kilo witte kool dun geschaafd in de keukenmachine. Je hebt ook van die hele mooie houten schaven te koop. Natuurlijk wil ik eigenlijk ook zo’n schaaf. Maar in het kader van: De dingen gebruiken die je hebt en geen onnodige dingen aanschaffen. Heb ik gewoon mijn keukenmachine gebruikt en stamp ik de zuurkool aan met een grote houten stok die ik normaal als deegroller gebruik. Werkt prima. Verder werk ik met een starter. Heel eenvoudig. Niet een gekocht zakje, maar de wei die overblijft van de hangop van 1 liter karnemelk voeg ik toe. (Het waterige vocht dus..)De karnemelk heb ik een dag uit laten lekken in een theedoek.
Kruiden doe ik met karwijzaad en jeneverbessen. Ook gebruik ik 10 gram zout per kilo kool die ik koop. Ik kan best lui zijn en ook nu kies ik voor de makkelijkste manier. 140 gram zout dus.
1 kool past precies geschaafd in de bak van mijn keukenmachine, dus dat is precies genoeg voor een volgende laag. Per laag strooi ik een koffielepel zout, (De totale 140 gram heb ik afgemeten in een kommetje) een aantal jeneverbessen en een theelepel karwijzaad. Ik stamp net zo lang met de deegroller tot ik vocht zie. Dat duurt wel even. En ook een paar dagen nadien weet je nog precies dat je zuurkool hebt gemaakt.
Na 14 lagen en flink stampen voeg ik de wei van de karnemelkse hangop toe en stamp ik nogmaals alles goed aan. Met mijn handen en vuisten egaliseer ik de bovenkant en dek het af met een kaasdoek. (Je kunt ook een theedoek of koolbladeren gebruiken) Dan leg ik de stenen op de kool en druk de stenen nog even flink aan.
Het waterslot vul ik met water en dan gaat de deksel er op.
3 dagen laat ik de pot in de keuken staan. Lekker warm rond de 20 graden. Dan verhuist de pot naar de hal. Hier blijft de pot 7 dagen staan. En dan mag de pot naar de kelder. Hier is het nog wat koeler maar vriest het niet. Na 6 weken is de zuurkool al heel lekker.
Schrik niet van de witte laag die vaak op de zuurkool ligt. De eerste keer dat we zuurkool gemaakt hadden wisten we niks van een witte laag en hebben we de hele pot leeg geknikkerd in de groene bak. Het jaar er op heb ik tot afgrijzen van Teun toch even wat van de in onze gedachten wederom mislukte zuurkool geproefd en het bleek heerlijk en helemaal niet bedorven.
Je kunt het witte er gewoon van af scheppen. Dek de zuurkool nadat je er wat uit hebt gehaald weer goed af. Maak de stenen schoon en vervang het kaasdoek door een schone. Op deze manier heb je tot ver in het voorjaar zuurkool uit je pot. Wij doen ten minste wel een poosje met 10 kilo zuurkool.
Wordt vervolgd…
Labels:
autarkie,
koken,
kruiden,
permacultuur,
pietrain,
poulle de bresse,
zelfvoorzienend,
zuurkool
zondag 11 september 2011
Hammie & Henkie
Onze mini boerderij heeft vandaag weer een enorme uitbreiding ondergaan. Hammie en Henkie zijn vanmiddag bij ons komen wonen. Twee Pietrain biggen van bijna 8 weken oud. Hammie is heerlijk ‘Babe’rose en Henkie is gevlekt. Dat wordt eikels zoeken geblazen.
Henkie en Hammie zijn bij ons gekomen om er voor te zorgen dat wij als de winter eindigd ons van het nodige vlees te voorzien. Wij zijn inmiddels aan het idee gewend. Na de intrede van de Poulle de Bresse kip. Eveneens een zeer bewuste keus zijn we qua vleesvoorziening nu ook voorzien van varkensvlees. De hele winter lang kunnen we nog ons best doen om te leren hoe we de heerlijkste worsten en salami’s kunnen maken. Maar eerst mogen Hammie en Henkie flink groeien en genieten wij van hun aanwezigheid.
Vanmiddag kwamen ze per kist aan. Hun vorige eigenaar had ze net binnen gekregen. Omdat ik alleen thuis was heb ik eerst even een noodhok ingericht onder de overkapping zodat ik samen met Teun de twee heren naar hun definitieve huisvesting kon brengen. De heren lieten flink van zich horen toen ze uit de kist werden gehaald. Maar gelukkig scharrelden ze binnen een paar minuten gezellig rond in het noodhok rond en lieten ze zich de zoete appeltjes uit de tuin van mijn ouders goed smaken. Teun en ik gingen even een kopje koffie zetten om even in rust de heren te kunnen bekijken. Toen we weer buiten kwamen hoorden we ze al heerlijk tevreden knorren. Om de beurt knorden Hammie en Henkie snuffelend door hun hok. Als we te dicht bij het hok komen gaan biggetjes zo staan dat ze je niet aan kunnen kijken. Hieruit blijkt hun intelligentie al. Slimme jongens. Ze scholen met hun neuzen bij elkaar. Jij ziet niks, Ik zie niks..het is hier helemaal oke! Als ze wat in hun oren hadden kunnen doen, hadden ze het gedaan.
Gelukkig lagen ze na een paar slokken koffie heerlijk tegen elkaar aan te slapen.
Na een uurtje snurken vinden we het tijd worden om ze kennis te laten maken met het grote verblijf. We tillen Henkie er uit, Hij giert van angst de arme jongen. Van schrik plast hij over mijn arm heen en ook Teun blijft niet schoon. Goh, wat stinken die jongens zeg. Als je het over geconcentreerd hebt, nou dan is het dat wel…Poeh!
In het grote hok staan de konijnen op hun achterpoten te kijken…Wat gaat er gebeuren…?
Mieke blijft stijf tegen me aan staan. Hammie en Henkie snappen per direct de bedoeling en schuifelen met hun neus het hele verblijf door..Heerlijk vinden ze het. De staartjes flippen van links naar rechts. En hun neuzen wroeten en wroeten.
De kippen lopen stoer richting de varkens, maar vliegen angstig op als de varkens de enthousiasme beantwoorden door naar hun toe te rennen. Mieke maakt de meest gekke bokkesprongen.
De brokken staan met oud brood in de week in de schuur…Voor ons is het tijd voor een douche…
Vlak voor het slapen zijn we nog even gaan kijken. Gewapend met zaklantaarn zijn we naar het dierenverblijf gewandeld. De vijf konijnen stonden parmant op hun achterpoten. Kijkend wat we kwamen doen. Mieke kwam gelijk aangemekkerd toen ze me hoorde. In de grote ren, niets te zien..geen biggetjes. Dan hebben ze dus toch het hok gevonden. We schijnen met de zaklamp het hok in. Alle kippen zitten lekker op hun stok. En daar liggen ze...Lepeltje lepeltje midden in een grote hoop stro. Henkie en Hammie, gebroederlijk naast elkaar in diepe rust. Tevreden en onder de indruk van dat vertederende tafereeltje lopen we terug naar huis.
Welkom jongens..en Welterusten!
Labels:
kruiden,
moestuin,
pietrain,
poulle de bresse,
Varkens,
zelfvoorziend
zondag 12 juni 2011
Autarkie
Lang heb ik er over nagedacht. Zelfvoorzienend is eigenlijk niet het woord waar ik me helemaal prettig bij voel. Want ondanks dat ik er graag in mijn oude tuinkloffie bij loop ben ik niet een veganistische wollen sok die wars is van alle materialisme. Want soms houd ik ook gewoon heel erg van luxe dingen, leuke nagellak, mooie kleren en indien mogelijk lekkere luxe vakanties( in de tent). Maar ook houd ik van de kleine zaadjes die ontkiemen en uitgroeien tot de prachtigste bloemen en groenten, die vers geplukte sla en radijsjes uit de tuin, die weckpotten vol verzameldt goed, die ik op het moment supreme wel weer eens vergeet. Echt een mode gril kan ik het ook niet noemen. Want na zoveel jaren rondneuzen tussen emaille, plantjes, recepten en dergelijke heb ik mezelf wel een beetje leren kennen.
Gisteravond heb ik me maar eens op Wikipedia gestort. Daar vliegen de meest fantastische woorden je om de oren zoals autarkie, maar ook dat is niet de term. Een paar zinnen verder voelde ik me beter thuis. De doelstelling van zelfvoorzienend zijn is het komen tot een grote mate van onafhankelijkheid al dan niet economisch. Tja, dat is m. Ik ben graag onafhankelijk, maar deel graag van mijn grote kleine rijkdommen. Natuurlijk wil ik het liefst zelfvoorzienend leven. Met een enorme moestuin van 400 m2, een boomgaard met fruit waar je u tegen zegt, een houtkachel met oven die mijn hele huis verwarmd en waar ik brood in kan bakken, zonnecollectoren op het dak en een windmolen achter in het land(minimaal 4 hectare natuurlijk). Of liever nog een groot rad dat energie opwekt in door het kabbelende beekje naast mijn huis. Ook wil ik graag twee koeien en een varken voor de vleesvoorraad en de melk, naast de kippen en de geit die we dan nu al wel hebben. Maar ja, wil je dat allemaal kunnen hebben moet je onvoorstelbaar rijk zijn. En dan ook nog rijk geworden zijn door de lotto of een flinke erfenis, want als je zoveel verdiend heb je geen tijd meer over om te kijken hoe je boontjes hun eerste kopjes boven de grond steken. En nu is het net of wij het slecht hebben. Integendeel. Met onze 1500 m2 tuin kunnen we heel veel. En doen we ook heel veel en zijn we natuurlijk superrijk. We hebben 100 m2 moestuin, een grote kas van 3 bij 6, een groot stuk tuin waar kippen en konijnen lopen en ook is er nog voldoende ruimte voor de kinderen om te spelen en onze geit Mieke om te grazen. Ook hebben we vorig jaar een paar prachtige fruitbomen geplant, die weliswaar nog niet zo groot zijn, maar dat komt wel. De eerste 12 kersen worden in ieder geval met netten beschermd en tientallen pruimen groeien flink en ook kunnen we zeker de fruitschaal twee keer vullen met de appels die aan bomen hangen. Dus we hebben niets te klagen. 100 aardbeiplanten, een miniwijngaard met 30 wijnstokken en ga zo maar door. Zeker twee keer per week kunnen we al uit de tuin eten en zoals het nu lijkt volgen er nog flink wat dagen. Eieren zijn er ruim voldoende, zeker 35 per week. Ons gras is groen, super groen, hier en daar wat kale plekken, maar ons gras is groener dan de tuin van de buren.
Vandaag heb ik de courgettes uitgezet, de eerste peulen geoogst en ook nog wat raapjes. Ik moet nog wel even bedenken wat ik van de raapjes ga maken. Zes courgetteplanten, zou ik er genoeg aan hebben? 1 courgetteplant per gezinslid. Volgens mij hebben we daar wel genoeg aan. Ik ben bang dat ik de kelder wel kan vullen met potten ingemaakte courgette. (Teun maakt alvast een vreugdesprongetje als hij dit leest, niet dus!, Maar dat maakt me lekker niks uit, want we geven de potten die we niet opeten gewoon lekker weg!)
Mieke, de bijna melkgeit, is inmiddels gewend aan onze hobbyboerderij. S ’morgens staat ze als ik de achterdeur uit kom al te wachten op de handjes graan die ze van me krijgt. En zodra ik haar rooie riem pak maakt ze bokkesprongen door de ren, maar laat zich toch gewillig meenemen naar het malse gras. Op regendagen blijft ze bij het hok zodat ze kan schuilen, maar zodra de regen stopt vreet ze stiekem de frambozen van Teun op en ook probeert ze de rode bessen te bereiken. Iets minder jammer, maar nog steeds jammer. Alle restjes uit de tuin mag ze hebben, of tenminste eerlijk delen met Lola, Josefien, Dirkje, Bugs en het andere gedierte. We gaan komende week maar wat hoger kastanjehout halen.
De boerenkool staat klaar in de kas, wachtend tot hun tijd is gekomen om de worteltjes in de zwarte modder te zetten, maar de doperwten en de tuinbonen moeten er dan wel eerst uit. En natuurlijk de 72 grote bloeiende aardappelplanten. En de vroege wortels en natuurlijk de raapjes.
In de kas zijn de bloemkolen inmiddels zo groot als een dikke sinaasappel. Ik heb de bladeren dicht gevouwen. Het worden prachtige bloemkolen.
Volgende week ga ik mijn best doen om het zuurdesembroodbakken onder de knie te krijgen. Ik hou jullie op de hoogte.
En wat de autarkie betreft. Helemaal zelfvoorzienend zullen we nooit worden, maar een beetje onafhankelijk zijn we zeker. Voedselvoorzienend redden we gedeeltelijk. Tijd om te gaan slapen. Natuurlijk heb ik weer een aantal foto’s gemaakt van ons landgoed….
Tot de volgende keer!
Gisteravond heb ik me maar eens op Wikipedia gestort. Daar vliegen de meest fantastische woorden je om de oren zoals autarkie, maar ook dat is niet de term. Een paar zinnen verder voelde ik me beter thuis. De doelstelling van zelfvoorzienend zijn is het komen tot een grote mate van onafhankelijkheid al dan niet economisch. Tja, dat is m. Ik ben graag onafhankelijk, maar deel graag van mijn grote kleine rijkdommen. Natuurlijk wil ik het liefst zelfvoorzienend leven. Met een enorme moestuin van 400 m2, een boomgaard met fruit waar je u tegen zegt, een houtkachel met oven die mijn hele huis verwarmd en waar ik brood in kan bakken, zonnecollectoren op het dak en een windmolen achter in het land(minimaal 4 hectare natuurlijk). Of liever nog een groot rad dat energie opwekt in door het kabbelende beekje naast mijn huis. Ook wil ik graag twee koeien en een varken voor de vleesvoorraad en de melk, naast de kippen en de geit die we dan nu al wel hebben. Maar ja, wil je dat allemaal kunnen hebben moet je onvoorstelbaar rijk zijn. En dan ook nog rijk geworden zijn door de lotto of een flinke erfenis, want als je zoveel verdiend heb je geen tijd meer over om te kijken hoe je boontjes hun eerste kopjes boven de grond steken. En nu is het net of wij het slecht hebben. Integendeel. Met onze 1500 m2 tuin kunnen we heel veel. En doen we ook heel veel en zijn we natuurlijk superrijk. We hebben 100 m2 moestuin, een grote kas van 3 bij 6, een groot stuk tuin waar kippen en konijnen lopen en ook is er nog voldoende ruimte voor de kinderen om te spelen en onze geit Mieke om te grazen. Ook hebben we vorig jaar een paar prachtige fruitbomen geplant, die weliswaar nog niet zo groot zijn, maar dat komt wel. De eerste 12 kersen worden in ieder geval met netten beschermd en tientallen pruimen groeien flink en ook kunnen we zeker de fruitschaal twee keer vullen met de appels die aan bomen hangen. Dus we hebben niets te klagen. 100 aardbeiplanten, een miniwijngaard met 30 wijnstokken en ga zo maar door. Zeker twee keer per week kunnen we al uit de tuin eten en zoals het nu lijkt volgen er nog flink wat dagen. Eieren zijn er ruim voldoende, zeker 35 per week. Ons gras is groen, super groen, hier en daar wat kale plekken, maar ons gras is groener dan de tuin van de buren.
Vandaag heb ik de courgettes uitgezet, de eerste peulen geoogst en ook nog wat raapjes. Ik moet nog wel even bedenken wat ik van de raapjes ga maken. Zes courgetteplanten, zou ik er genoeg aan hebben? 1 courgetteplant per gezinslid. Volgens mij hebben we daar wel genoeg aan. Ik ben bang dat ik de kelder wel kan vullen met potten ingemaakte courgette. (Teun maakt alvast een vreugdesprongetje als hij dit leest, niet dus!, Maar dat maakt me lekker niks uit, want we geven de potten die we niet opeten gewoon lekker weg!)
Mieke, de bijna melkgeit, is inmiddels gewend aan onze hobbyboerderij. S ’morgens staat ze als ik de achterdeur uit kom al te wachten op de handjes graan die ze van me krijgt. En zodra ik haar rooie riem pak maakt ze bokkesprongen door de ren, maar laat zich toch gewillig meenemen naar het malse gras. Op regendagen blijft ze bij het hok zodat ze kan schuilen, maar zodra de regen stopt vreet ze stiekem de frambozen van Teun op en ook probeert ze de rode bessen te bereiken. Iets minder jammer, maar nog steeds jammer. Alle restjes uit de tuin mag ze hebben, of tenminste eerlijk delen met Lola, Josefien, Dirkje, Bugs en het andere gedierte. We gaan komende week maar wat hoger kastanjehout halen.
De boerenkool staat klaar in de kas, wachtend tot hun tijd is gekomen om de worteltjes in de zwarte modder te zetten, maar de doperwten en de tuinbonen moeten er dan wel eerst uit. En natuurlijk de 72 grote bloeiende aardappelplanten. En de vroege wortels en natuurlijk de raapjes.
In de kas zijn de bloemkolen inmiddels zo groot als een dikke sinaasappel. Ik heb de bladeren dicht gevouwen. Het worden prachtige bloemkolen.
Volgende week ga ik mijn best doen om het zuurdesembroodbakken onder de knie te krijgen. Ik hou jullie op de hoogte.
En wat de autarkie betreft. Helemaal zelfvoorzienend zullen we nooit worden, maar een beetje onafhankelijk zijn we zeker. Voedselvoorzienend redden we gedeeltelijk. Tijd om te gaan slapen. Natuurlijk heb ik weer een aantal foto’s gemaakt van ons landgoed….
Tot de volgende keer!
dinsdag 31 mei 2011
Mieke, Slakken en bij de konijnen af....
Wat een week….
Ineens bedenk ik me dat ik al een paar weken niet getwitterd, geblogd, gesms-t, gemaild of op een andere manier GE-communiceerd heb met de rest van de wereld. En dat terwijl er een hoop te vertellen en te doen is geweest bij ons op de hobbyboerderij. We hebben ons iets vergaloppeerd op onze Bugs en Lola en Mieke is ook gearriveerd. Het slakkenalarm alarmeerd hevig en door de regen is mijn moestuin geëxplodeerd. Fantastisch gewoon.
Maar we beginnen bij Bugs. Bugs is ons super konijn met humor. Bugs liep afgelopen winter gewoon lekker los in onze grote tuin en kwam sóchtends met de zwarte Brahmakip voor het raam staan om te kijken wanneer er nu eindelijk gevoerd zou gaan worden. Een prachtig gezicht. Maar ja…één konijn is natuurlijk maar één. En Bugs smeekte natuurlijk om een Lola. En zoals ik wel meer wensen heb, wilde ik wel een Vlaamse reus. Dochterlief haalde haar zwemdiploma en er was natuurlijk geen mooier kado dan…Je raad het al. Lola! En toen kreeg Lola ineens kindjes. Prachtig. Vier stuks. Een mooie mengeling tussen pa en ma. En zo naïef als ik soms kan zijn leek het me niet nodig om pa direct te verwijderen, want ach, hij ging toch elke keer zo zorgzaam even bij zijn kroost kijken. Maar gisteren, zag ik, toen ik het voer bij ging vullen plukjes haar in het hok. Ik was per direct één en al ontkenning. Maar nadat ik naar mijn mening lang genoeg ontkend had ben ik even gaan kijken. De kleine peuters (vier week oude konijntjes) dartelden er gezellig om heen. Mijn angst bleek gegrond. Niet één, geen drie, geen vijf, maar tien kleine lelijke wurmpjes krioelend in het nestje.
Lola heeft in vierenhalve week 14 jongen gekregen. Arm dier. Hoe gezellig het ook leek en waarschijnlijk ook is. Bugs is terug bij Anita. De dikke zwarte kip. Anita kruipt sávonds op de stok en Bugs hangt er gebroederlijk tegen aan. In elke stad een ander meisje. Maar wel een stuk minder reproductief.
Vorige week is Mieke gekomen. Nou ja, gekomen, beter gezegd gehaald. We hebben haar opgehaald van de boerderij. Maar om eerlijk te zijn was het eigenlijk wel een beetje een sneu gedoe. Volgens de boer moest Mieke nog aan de fles. Nou ik heb van alles geprobeerd, maar dat arme beest zag me aankomen. Toen ik Mieke uit de emmer zag lurken en biks en hooi zag eten ben ik maar eens op onderzoek uit gegaan. En deze dame hoeft echt geen fles meer. Ze was de eerste dagen zeer bang. Maar nu zo langzamerhand gaat het steeds beter. Vandaag heeft ze voor het eerst uit mijn hand gegeten. Ik kan haar nu zo pakken en hoef niet meer achter haar aan. Kortom het komt wel goed tussen mij en Mieke. Ik verheug me al op het kaas maken.
Na die flinke regenbuien is de slakkenpopulatie enorm toegenomen bij mij in de tuin. Ik heb er zowaar wel vijf gezien vanavond. Weliswaar allemaal nog betrekkelijk klein, maar het zijn er toch absoluut vijf te veel. Eigenlijk ben ik natuurlijk tegen gif. En ik spuit ook niets, maar slakkenkorrels van Ecostyle (ongevaarlijk voor andere dieren dan slakken) gebruik ik wel. Want niemand komt aan mijn sla!
Morgen ga ik een workshop geven in theeschenkerij Ewsum. Ik verheug me er erg op. We gaan met de werknemers cup cakes bakken. Op Ewsum werken mensen met een licht verstandelijke beperking. Het is daarom juist de uitdaging om recepten te vinden met technieken die zeer eenvoudig zijn, maar met een verbluffend resultaat. Vandaag van alles uitgeprobeerd en ik heb het juiste recept gevonden. (En dit recept vertel ik deze keer maar lekker niet, want de cup cakes komen bij hen op de kaart!)
Nu lekker mijn bedje in! Ik ben weer uit geblogd. Ik zorg dat ik morgen uitGEslapen ben voor de Workshop. Welterusten!
Om lekker te kunnen slapen heb ik nog flink wat kamille geplukt en gedroogd. Een flinke klus, maar samen met de kinderen hebben we er een hoop plezier aan gehad.
Ineens bedenk ik me dat ik al een paar weken niet getwitterd, geblogd, gesms-t, gemaild of op een andere manier GE-communiceerd heb met de rest van de wereld. En dat terwijl er een hoop te vertellen en te doen is geweest bij ons op de hobbyboerderij. We hebben ons iets vergaloppeerd op onze Bugs en Lola en Mieke is ook gearriveerd. Het slakkenalarm alarmeerd hevig en door de regen is mijn moestuin geëxplodeerd. Fantastisch gewoon.
Maar we beginnen bij Bugs. Bugs is ons super konijn met humor. Bugs liep afgelopen winter gewoon lekker los in onze grote tuin en kwam sóchtends met de zwarte Brahmakip voor het raam staan om te kijken wanneer er nu eindelijk gevoerd zou gaan worden. Een prachtig gezicht. Maar ja…één konijn is natuurlijk maar één. En Bugs smeekte natuurlijk om een Lola. En zoals ik wel meer wensen heb, wilde ik wel een Vlaamse reus. Dochterlief haalde haar zwemdiploma en er was natuurlijk geen mooier kado dan…Je raad het al. Lola! En toen kreeg Lola ineens kindjes. Prachtig. Vier stuks. Een mooie mengeling tussen pa en ma. En zo naïef als ik soms kan zijn leek het me niet nodig om pa direct te verwijderen, want ach, hij ging toch elke keer zo zorgzaam even bij zijn kroost kijken. Maar gisteren, zag ik, toen ik het voer bij ging vullen plukjes haar in het hok. Ik was per direct één en al ontkenning. Maar nadat ik naar mijn mening lang genoeg ontkend had ben ik even gaan kijken. De kleine peuters (vier week oude konijntjes) dartelden er gezellig om heen. Mijn angst bleek gegrond. Niet één, geen drie, geen vijf, maar tien kleine lelijke wurmpjes krioelend in het nestje.
Lola heeft in vierenhalve week 14 jongen gekregen. Arm dier. Hoe gezellig het ook leek en waarschijnlijk ook is. Bugs is terug bij Anita. De dikke zwarte kip. Anita kruipt sávonds op de stok en Bugs hangt er gebroederlijk tegen aan. In elke stad een ander meisje. Maar wel een stuk minder reproductief.
Vorige week is Mieke gekomen. Nou ja, gekomen, beter gezegd gehaald. We hebben haar opgehaald van de boerderij. Maar om eerlijk te zijn was het eigenlijk wel een beetje een sneu gedoe. Volgens de boer moest Mieke nog aan de fles. Nou ik heb van alles geprobeerd, maar dat arme beest zag me aankomen. Toen ik Mieke uit de emmer zag lurken en biks en hooi zag eten ben ik maar eens op onderzoek uit gegaan. En deze dame hoeft echt geen fles meer. Ze was de eerste dagen zeer bang. Maar nu zo langzamerhand gaat het steeds beter. Vandaag heeft ze voor het eerst uit mijn hand gegeten. Ik kan haar nu zo pakken en hoef niet meer achter haar aan. Kortom het komt wel goed tussen mij en Mieke. Ik verheug me al op het kaas maken.
Na die flinke regenbuien is de slakkenpopulatie enorm toegenomen bij mij in de tuin. Ik heb er zowaar wel vijf gezien vanavond. Weliswaar allemaal nog betrekkelijk klein, maar het zijn er toch absoluut vijf te veel. Eigenlijk ben ik natuurlijk tegen gif. En ik spuit ook niets, maar slakkenkorrels van Ecostyle (ongevaarlijk voor andere dieren dan slakken) gebruik ik wel. Want niemand komt aan mijn sla!
Morgen ga ik een workshop geven in theeschenkerij Ewsum. Ik verheug me er erg op. We gaan met de werknemers cup cakes bakken. Op Ewsum werken mensen met een licht verstandelijke beperking. Het is daarom juist de uitdaging om recepten te vinden met technieken die zeer eenvoudig zijn, maar met een verbluffend resultaat. Vandaag van alles uitgeprobeerd en ik heb het juiste recept gevonden. (En dit recept vertel ik deze keer maar lekker niet, want de cup cakes komen bij hen op de kaart!)
Nu lekker mijn bedje in! Ik ben weer uit geblogd. Ik zorg dat ik morgen uitGEslapen ben voor de Workshop. Welterusten!
Om lekker te kunnen slapen heb ik nog flink wat kamille geplukt en gedroogd. Een flinke klus, maar samen met de kinderen hebben we er een hoop plezier aan gehad.
zaterdag 21 mei 2011
Aardbeienbavarois
Soms moet ik voor mijn werk naar het buitenland. Soms Curacao, soms Oostenrijk of England, maar veelal naar Duitsland. Zo ook afgelopen week. Tijdens mijn trip stond ik in de file. Een lange file naar Karlsruhe. Nederlandse radio was niet meer te ontvangen, dus overgeleverd aan het Duits. Soms hoor je dan toch zeer interessante dingen. In Duitsland is een nieuwe hype. Melkautomaten bij de boer. Een melkautomaat waar je gewoon rauwe superverse melk kunt kopen. Zo uit de koe! Klanten weten dat de melk rauw is en nog gepastiruseerd moet worden. Maar dat neemt niet weg dat veel klanten er gewoon lekker zelf rauwmelkse yoghurt, boter, karnemelk en kaas van maken. Want in Duitsland gebeurt dat nog veel op het ‘platte’ land, maar ook in de steden is het weer helemaal hip om je eigen kaas te maken. Kortom voor bijna het eerst in mijn leven ben ik super hip. Want dit past helemaal in mijn straatje. Zelf kaas maken, genieten van romige eigengemaakte yoghurt, karnemelk en boter. Fantastisch. Thuis heb ik boer Kees. Bij boer kees haal ik ook wel eens wat rauwe melk. Teun en ik maken dan kaas. Het is wel eens mislukt. Maar over het algemeen worden het toch prachtige kleine kaasjes die we moeilijk kunnen laten liggen. Dit is ook de reden dat we ons zo verheugen op Mieke. Nog 1 week en dan sluit Mieke zich aan bij ons steeds meer tellende familie. Afgelopen week werden we blij verrast door vier schattige jonge konijnen van Bugs en Lola. En josefien heeft een nestje gemaakt met maar liefst 14 eitjes. Natuurlijk komt Mieke eerst alleen, maar over een half jaartje heeft Mieke waarschijnlijk haar eerste kindje en dan zijn er dus al twee.
Maar ik ben voor melkverkoop bij de boer. Ik rij er graag een paar kilometer voor om. Bovendien blijft het geld bij de boer. En die kan het wel gebruiken.
De tuin doet het helemaal geweldig. De regenbuien van afgelopen week hebben mijn tuin zichtbaar goed gedaan. En door mijn fanatieke onkruid gewied valt het zowaar mee. In een paar uur was ik de tuin door. De moestuin weer bijna volledig onkruidvrij. Ik zeg ‘bijna’omdat mijn tuin nooit helemaal onkruidvrij zal zijn. Gelukkig niet. Bij sommige mensen lijkt het net of ze er net met de stofzuiger zijn langs geweest. Nou bij mij is het wel netjes..maar zo netjes echt niet. Ons gras is een knollenveld boordevol madeliefjes en her en der paardebloemen. Eigenlijk altijd jammer om te maaien. Wel ontdekte ik een hele hoop rupsjes in de appelboom. Keurig in spinneweb verborgen minirupsjes. Stippelmot schijnt het te heten. Ondanks dat ik liever niet spuit geloof ik toch dat ik de strijd aan ga met deze bladverslindende rupsjes. Gelukkig heeft EcoStyle wat in hun programma.
Eigenlijk gebruik ik het liefst zo weinig mogelijk bestrijdingsmiddelen. Maar na de enorme slakkenplaag van vorig jaar gebruiken we dit jaar concequent slakkenkorrels van EcoStyle en we hebben nog nauwelijks een slak gezien.
De kroppen sla komen nu heel uit de tuin, evenals de andijvie en de aardbeien. Nou ja, wat we tenminste te pakken kunnen krijgen van de aardbeien. Er loopt hier namelijk een klein aardbeien-monstertje rond, genaamd Huub. Vanavond liep hij ook naar de kas. Hij kondigde zijn daden wel aan. ‘Aaaabeiiii? Aaabeiii?’ riep hij toen hij de kas in sloop. Ik kon er niet tegen rennen. Meneer had de dikste en de roodste al te pakken en de kleine peuterhandjes duwden de dikke aardbei in één keer in het kleine mondje. Even aanduwen en het paste precies. Hap, slik, weg. Inderdaad, van kauwen was geen sprake. Hij wilde de volgende al te grazen nemen. Maar dat kan ik gelukkig net voorkomen door hem op te pakken en onder luid protest mee te nemen uit de kas. Onderweg kwam ik Annalyn tegen. ‘Huh! Zijn de aardbeien al klaar…Oohhhh lekker!’ Kortom het wordt vechten voor Teun en mij. Stiekem s’morgens de kas in om zelf de aardbeien te verorberen voor iedereen wakker is. Want dan hebben we geen schijn van kans meer. Het zal weer net zo gaan met de frambozen en de blauwe bessen. Enkel de kruisbessen en de rode bessen blijven hangen (als de vogels me niet voor zijn) tot ik ze geplukt heb en met een beetje suiker door de yoghurt doe.
Mocht je kans zien om aardbeien over te houden dan is dit toetje een aanrader. De kleur is anders dan je verwacht. Namelijk een stuk minder rood. Maar de smaak maakt de vale kleur dubbel en dwars goed. Lekker met een toefje slagroom en een aardbeitje er op natuurlijk.
Aardbeienbavarois
• 4 eierdooiers
• 150 gram suiker plus een beetje voor door de slagroom
• 4 blaadjes gelatine
• 5 deciliter volle melk
• 250 gram aardbeien
• 2,5 deciliter room
De eierdooiers met de suiker opkloppen tot een schuimig mengsel.
De gelatineblaadjes laten weken in koud water.
De melk koken en 1 schep melk bij het eimengsel doen, roeren en dan het eimengsel bij de melk voegen. De geweekte en uitgeknepen gelatine toevoegen en roeren tot deze helemaal is opgelost.
De bereiding laten afkoelen en af en toe even roeren.
De aardbeien wassen, de kroontjes verwijderen en door een zeef duwen. De gepureerde aardbeien door het afgekoelde eiermengsel roeren.
De room opkloppen met een weinig suiker en bij het eier-aardbeienmengsel voegen.
In een met olie ingevette vorm gieten en 24 uur in de koelkast zetten.
De bavarois storten op een schaal.
Natuurlijk ook nog wat foto's. We beginnen met ons aardbeienmonster, met 1 van de nakomelingen van Bugs en Lola..
Moeder en kind
Heerlijke radijzen en beginnende appeltjes...
Maar ik ben voor melkverkoop bij de boer. Ik rij er graag een paar kilometer voor om. Bovendien blijft het geld bij de boer. En die kan het wel gebruiken.
De tuin doet het helemaal geweldig. De regenbuien van afgelopen week hebben mijn tuin zichtbaar goed gedaan. En door mijn fanatieke onkruid gewied valt het zowaar mee. In een paar uur was ik de tuin door. De moestuin weer bijna volledig onkruidvrij. Ik zeg ‘bijna’omdat mijn tuin nooit helemaal onkruidvrij zal zijn. Gelukkig niet. Bij sommige mensen lijkt het net of ze er net met de stofzuiger zijn langs geweest. Nou bij mij is het wel netjes..maar zo netjes echt niet. Ons gras is een knollenveld boordevol madeliefjes en her en der paardebloemen. Eigenlijk altijd jammer om te maaien. Wel ontdekte ik een hele hoop rupsjes in de appelboom. Keurig in spinneweb verborgen minirupsjes. Stippelmot schijnt het te heten. Ondanks dat ik liever niet spuit geloof ik toch dat ik de strijd aan ga met deze bladverslindende rupsjes. Gelukkig heeft EcoStyle wat in hun programma.
Eigenlijk gebruik ik het liefst zo weinig mogelijk bestrijdingsmiddelen. Maar na de enorme slakkenplaag van vorig jaar gebruiken we dit jaar concequent slakkenkorrels van EcoStyle en we hebben nog nauwelijks een slak gezien.
De kroppen sla komen nu heel uit de tuin, evenals de andijvie en de aardbeien. Nou ja, wat we tenminste te pakken kunnen krijgen van de aardbeien. Er loopt hier namelijk een klein aardbeien-monstertje rond, genaamd Huub. Vanavond liep hij ook naar de kas. Hij kondigde zijn daden wel aan. ‘Aaaabeiiii? Aaabeiii?’ riep hij toen hij de kas in sloop. Ik kon er niet tegen rennen. Meneer had de dikste en de roodste al te pakken en de kleine peuterhandjes duwden de dikke aardbei in één keer in het kleine mondje. Even aanduwen en het paste precies. Hap, slik, weg. Inderdaad, van kauwen was geen sprake. Hij wilde de volgende al te grazen nemen. Maar dat kan ik gelukkig net voorkomen door hem op te pakken en onder luid protest mee te nemen uit de kas. Onderweg kwam ik Annalyn tegen. ‘Huh! Zijn de aardbeien al klaar…Oohhhh lekker!’ Kortom het wordt vechten voor Teun en mij. Stiekem s’morgens de kas in om zelf de aardbeien te verorberen voor iedereen wakker is. Want dan hebben we geen schijn van kans meer. Het zal weer net zo gaan met de frambozen en de blauwe bessen. Enkel de kruisbessen en de rode bessen blijven hangen (als de vogels me niet voor zijn) tot ik ze geplukt heb en met een beetje suiker door de yoghurt doe.
Mocht je kans zien om aardbeien over te houden dan is dit toetje een aanrader. De kleur is anders dan je verwacht. Namelijk een stuk minder rood. Maar de smaak maakt de vale kleur dubbel en dwars goed. Lekker met een toefje slagroom en een aardbeitje er op natuurlijk.
Aardbeienbavarois
• 4 eierdooiers
• 150 gram suiker plus een beetje voor door de slagroom
• 4 blaadjes gelatine
• 5 deciliter volle melk
• 250 gram aardbeien
• 2,5 deciliter room
De eierdooiers met de suiker opkloppen tot een schuimig mengsel.
De gelatineblaadjes laten weken in koud water.
De melk koken en 1 schep melk bij het eimengsel doen, roeren en dan het eimengsel bij de melk voegen. De geweekte en uitgeknepen gelatine toevoegen en roeren tot deze helemaal is opgelost.
De bereiding laten afkoelen en af en toe even roeren.
De aardbeien wassen, de kroontjes verwijderen en door een zeef duwen. De gepureerde aardbeien door het afgekoelde eiermengsel roeren.
De room opkloppen met een weinig suiker en bij het eier-aardbeienmengsel voegen.
In een met olie ingevette vorm gieten en 24 uur in de koelkast zetten.
De bavarois storten op een schaal.
Natuurlijk ook nog wat foto's. We beginnen met ons aardbeienmonster, met 1 van de nakomelingen van Bugs en Lola..
Moeder en kind
Heerlijke radijzen en beginnende appeltjes...
zondag 15 mei 2011
slasoep en dertig uur in een dag!
Poging honderdzoveel om minimal 30 uur in een dag te krijgen. Teun roept standaard dat ik een beetje in de war ben als hij s’ochtends van me hoort wat ik allemaal van plan ben die dag. Meestal heeft hij ook gelijk hoor..Maar zo nu en dan lukt het ook om een megaberg werk te verzetten. Helaas lukt het me na 38 jaar nog steeds niet om dit een beetje gedoseerd te doen. De-30-uur-in-1-dag-dagen worden meestal gevolgd door een paar totall-loss dagen. Hoe kan ik dit toch beter organiseren de komende jaren?
Helaas is mijn overbuurman overleden begin deze week. In januari misten we hem al. Ik zag hem niet meer lopen. Niet meer rijden..Het was stil rond zijn huisje. Twee wekenlater ben ik maar eens navraag gaan doen. Hij lag in het ziekenhuis. Verwaarloosde hartproblemen.
Toen ik mijn overbuurman voor het eerst zag stond hij in een blauwe tuinbroek, met zijn grijze ringbaardje in zijn voortuintje, te schoffelen. Ik durfde mijn hand er bijna voor in het vuur te steken. Mijn overbuurman MOEST de echte kabouter Plop zijn. Later hoorde ik dat hij niet kabouter Plop was, maar dat hij Evert Snot genoemd werd omdat hij altijd een snotneus had. Ik weet niet wat beter was…Mijn buurman had al een paar jaar zijn hartklachten geheim gehouden. Hij was bang. Eigenlijk was hij eigenwijs, knorrig en bang. Maar met een goed hart. Nou ja, figuurlijk dan. Maar Evert is er niet meer. We hebben hem begraven. De kinderen hebben bloemen geplukt en we hebben ze bij zijn graf neergelegd. Jammer! Ik had Evert alias kabouter Plop alias Evert Snot nog graag een beetje beter leren kennen.
Mijn moestuin daarentegen doet het fantastisch! We hebben inmiddels spinazie, meerdere malen sla, vele kroppen andijvie,rucola, radijsjes, komkommer en allerlei kruiden gegeten uit de tuin. Fantastisch toch? En er is nog een heleboel in aantocht. We hebben net de eerste aardbei uit de kas gegeten. En die was heerlijk. Nog een paar dagen wachten en dan kunnen we met de opbrengst zeker een beschuitje bedekken. Ik verheug me er nu al op.
Vandaag nieuwe Little Gem gezaaid. Even wat anders. Want we zijn op den duur vast wel zat van alle kroppen botersla. Ook heb ik Lolo Rosso en rode kropsla gezaaid. Voor degene die het niet ziet zitten om elke dag ‘SSSSLLLLAAAA!’te eten is Slasoep ook nog een leuk idee. En lekker overigens.
De komende dagen zijn we druk. Druk met het bouwen van een nieuw kippen/geiten/varkens-verblijf. Het frame is af. Nu de rest nog. Op mijn verjaardag kreeg ik zomaar een geit! Een heuse melkgeit. Ze is er nog niet…Het hok is nog niet af. Maar we hebben al een naam voor haar bedacht. ‘Mieke!’ Mieke de melkgeit. Kortom de volgende stap naar zelfvoorzienend leven is gezet. Onze Poulle de Bresse kuikens groeien enorm. Ze eten ook enorm trouwens. We hebben ze nu nog in het kleine kippenhok. Maar zodra het nieuwe hok klaar is kunnen ze over. De grote wijde wereld in. Tenminste ik stel me voor dat het voor een kip zo voelt. Onze ren is enorm groot.
Ook hebben we de(mini) wijngaard geplant. Net echt! 30 wijnstokken hebben we. Rondo en Dornfelder. Dat moet toch een lekker wijntje kunnen worden.
Nu eerst over tot de Slasoep: Verrassend lekker!
Slasoep
1 dikke krop sla
1 el. boter
4 sjalotjes gesnipperd
2 stengels bleekselderij in dunne reepjes
1 el bloem
2 tl suiker
1,5 l. kippenbouillon
2 eierdooiers
1,5 dl. slagroom
zout,peper, nootmuskaat naar smaak.
eventueel een spekjes in kleine blokjes uitgebakken
Was de sla goed met ruim koud water en snijd de sla in reepjes, houdt een paar mooie kleine blaadjes apart ter garnering. De rest in reepjes snijden. Smelt de boter in een pan.
Bak hierin de sjalotjes 2 min zacht en voeg dan de slareepjes toe, 5 minuten bakken.
Strooi de bloem en de suiker over de groenten en roer goed.
Giet er de bouillon op en laat de soep 30 min. sudderen.
Pureer de soep
Roer de dooiers los met de slagroom in een kom.
Voeg een paar eetlepels van de warme soep toe, giet het mengsel dan in de soep.
Breng de soep op smaak met zout en peper en nootmuskaat. Eventueel voeg je wat kruiden toe zoals bieslook en peterselie. Spekjes toevoegen. Garneren met de slablaadjes.
Gelijk serveren. De soep is ook erg lekker met blauwschimmelkaas.
Voor een vegetarische soep groentenbouillon toevoegen en de spekjes uiteraard weglaten.
En dan hebben we altijd de foto’s nog…
Oh ja...de foto van mijn marktkraampje op Ewsum kan er ook wel even bij. Leuk marktje is dat toch!
Helaas is mijn overbuurman overleden begin deze week. In januari misten we hem al. Ik zag hem niet meer lopen. Niet meer rijden..Het was stil rond zijn huisje. Twee wekenlater ben ik maar eens navraag gaan doen. Hij lag in het ziekenhuis. Verwaarloosde hartproblemen.
Toen ik mijn overbuurman voor het eerst zag stond hij in een blauwe tuinbroek, met zijn grijze ringbaardje in zijn voortuintje, te schoffelen. Ik durfde mijn hand er bijna voor in het vuur te steken. Mijn overbuurman MOEST de echte kabouter Plop zijn. Later hoorde ik dat hij niet kabouter Plop was, maar dat hij Evert Snot genoemd werd omdat hij altijd een snotneus had. Ik weet niet wat beter was…Mijn buurman had al een paar jaar zijn hartklachten geheim gehouden. Hij was bang. Eigenlijk was hij eigenwijs, knorrig en bang. Maar met een goed hart. Nou ja, figuurlijk dan. Maar Evert is er niet meer. We hebben hem begraven. De kinderen hebben bloemen geplukt en we hebben ze bij zijn graf neergelegd. Jammer! Ik had Evert alias kabouter Plop alias Evert Snot nog graag een beetje beter leren kennen.
Mijn moestuin daarentegen doet het fantastisch! We hebben inmiddels spinazie, meerdere malen sla, vele kroppen andijvie,rucola, radijsjes, komkommer en allerlei kruiden gegeten uit de tuin. Fantastisch toch? En er is nog een heleboel in aantocht. We hebben net de eerste aardbei uit de kas gegeten. En die was heerlijk. Nog een paar dagen wachten en dan kunnen we met de opbrengst zeker een beschuitje bedekken. Ik verheug me er nu al op.
Vandaag nieuwe Little Gem gezaaid. Even wat anders. Want we zijn op den duur vast wel zat van alle kroppen botersla. Ook heb ik Lolo Rosso en rode kropsla gezaaid. Voor degene die het niet ziet zitten om elke dag ‘SSSSLLLLAAAA!’te eten is Slasoep ook nog een leuk idee. En lekker overigens.
De komende dagen zijn we druk. Druk met het bouwen van een nieuw kippen/geiten/varkens-verblijf. Het frame is af. Nu de rest nog. Op mijn verjaardag kreeg ik zomaar een geit! Een heuse melkgeit. Ze is er nog niet…Het hok is nog niet af. Maar we hebben al een naam voor haar bedacht. ‘Mieke!’ Mieke de melkgeit. Kortom de volgende stap naar zelfvoorzienend leven is gezet. Onze Poulle de Bresse kuikens groeien enorm. Ze eten ook enorm trouwens. We hebben ze nu nog in het kleine kippenhok. Maar zodra het nieuwe hok klaar is kunnen ze over. De grote wijde wereld in. Tenminste ik stel me voor dat het voor een kip zo voelt. Onze ren is enorm groot.
Ook hebben we de(mini) wijngaard geplant. Net echt! 30 wijnstokken hebben we. Rondo en Dornfelder. Dat moet toch een lekker wijntje kunnen worden.
Nu eerst over tot de Slasoep: Verrassend lekker!
Slasoep
1 dikke krop sla
1 el. boter
4 sjalotjes gesnipperd
2 stengels bleekselderij in dunne reepjes
1 el bloem
2 tl suiker
1,5 l. kippenbouillon
2 eierdooiers
1,5 dl. slagroom
zout,peper, nootmuskaat naar smaak.
eventueel een spekjes in kleine blokjes uitgebakken
Was de sla goed met ruim koud water en snijd de sla in reepjes, houdt een paar mooie kleine blaadjes apart ter garnering. De rest in reepjes snijden. Smelt de boter in een pan.
Bak hierin de sjalotjes 2 min zacht en voeg dan de slareepjes toe, 5 minuten bakken.
Strooi de bloem en de suiker over de groenten en roer goed.
Giet er de bouillon op en laat de soep 30 min. sudderen.
Pureer de soep
Roer de dooiers los met de slagroom in een kom.
Voeg een paar eetlepels van de warme soep toe, giet het mengsel dan in de soep.
Breng de soep op smaak met zout en peper en nootmuskaat. Eventueel voeg je wat kruiden toe zoals bieslook en peterselie. Spekjes toevoegen. Garneren met de slablaadjes.
Gelijk serveren. De soep is ook erg lekker met blauwschimmelkaas.
Voor een vegetarische soep groentenbouillon toevoegen en de spekjes uiteraard weglaten.
En dan hebben we altijd de foto’s nog…
Oh ja...de foto van mijn marktkraampje op Ewsum kan er ook wel even bij. Leuk marktje is dat toch!
vrijdag 22 april 2011
Ja ik wil.....
De tuin maakt van mij een dichter en een schrijver. Mijmerend door de tuin vliegen de meest fantastische zinnen, oneliners en poëtische stukken door mijn hoofd. Voor mij is de natuur pure poëzie. Een pure inspiratiebron voor mijn eigen leven.
De laatste week van april is begonnen. De natuur is ontwaakt. Niets slaapt nog. Behalve dan de dood gewaande druif van mijn buurvrouw en de appelboom waarvan Lola de bast heeft afgegeten, maar verder is er een explosie van groen, kleur en geur geweest bij ons in de tuin.
Blij word ik van de geur van het eerst gemaaide gras. Warm wordt ik van het gekir van de eerste broedse kip, vol van verwachting neem ik de eerste hap van de pas geplukte spinazie die ik haast uit de grond gekeken heb. Het is geen tuin meer vol beloftes, maar een waargemaakte belofte en een belofte voor nog veel meer.
Mijn harde werken wordt beloond, wat je zaait oogst je ook. Ja, ik wil…zei ik tegen mijn aardbeiplanten en zij zeggen het terug. Vandaag heb ik hun bedje bedekt met mooi vers stro. De talloze bloemknopjes bedanken me in stilte. Het enige minpuntje is de droogte. We sproeien ons suf. Vanaf het avondeten lopen we af en aan met volle gieters.
Mo mijn buurvrouw kwam deze week bij me. ‘Mijn druif is dood! Zegt ze..’Overal lopen de druiven al uit en die van mij doet helemaal niets…!’
Vorig jaar heeft ze flink wat euro’s neergeteld voor een prachtige oude wijnstok. Wit of rood? Geen idee, maar de oude wijnstok ziet er prachtig uit met zijn oude robuuste weerbarstige stam. Vol liefde en zonder groene vingers heeft ze hem veel water gegeven vorig jaar en ik heb samen met haar de wijnstok traditiegetrouw tussen kerst en oud&nieuw de slapende zijscheuten gesnoeid. Dus hoezo dood! Mijn kopje koffie smaakte niet meer. Ik heb wel tien keer gezegd dat het niet kon! ‘Ik geloof het niet, het kan gewoon niet…wat heb je gedaan…!’
Ik heb mijn kopje koffie laten staan. Heb Huub opgepakt en ben met Mo meegegaan naar haar huis. Mijn eerste indruk was: ‘Oh nee toch! ’Maar toen ik dichterbij kwam en de veerbaarheid van de uitlopers voelde geloofde ik het niet. ‘Je bent niet dood!’ Absoluut niet.
Mo sputterde nog wat:’ H. zei dat hij dood was en mijn schoonmoeder die jarenlang een bloemenzaak heeft gehad zei dat hij dood was…’ Mijn ogen laten zich langzaam leiden langs de grillige uitlopers. En ineens, verdekt opgesteld zie ik een ontwakend knopje. Licht gezwollen. Ik doe een vreugdegil, roep Mo en zij gilt mee. Samen met Sam en Huub doen we een vreugde dansje in de tuin. Hij leeft…Hij wil nog! Huub vind het dansen leuk maar mist natuurlijk volledig de strekking van het dansje en kijkt ons met een scheef hoofd aan zo van…ehmmm Mam, je doet raar!
Mo belt haar man. Die moet het eerst nog maar even zien. Ongelovige Thomas dat je er bent…
Mijn druiven zijn de slaap volledig vergeten. De bloemtrossen staan fier rechtop richting zon en de uitlopers groeien met de dag. Zoals beloofd krijg ik weer het meest mooie verjaardagscadeau wat een mens zich kan wensen en dat is een boomgaard vol bloesem. ( Of een geit, maar daar kan ik naar fluiten geloof ik.) Rose en wit..Uitbundiger dan je je voormogelijk kan houden.
Alleen ‘Boompje’ Hoe Annalyn de appelboom liefkozend noemt heeft het zwaar. We brengen haar elke dag twee emmers water. Je kunt aan het groen onder de dorre uiteinden zien dat ze wil.
Het zoemt al flink in de tuin. Ook de bijen zijn weer uitgevlogen en ik hoop dat ze zich tegoed doen aan de nectar in mijn boomgaard en zorgen voor een mooie bevruchting van alle bloemen zodat we verzekerd zijn van een mooie oogst. Ook Boompje zorgt er vast voor dat we ook van haar een paar mooie appels krijgen. Waarschijnlijk de lekkerste appels ooit.
Over oogst gesproken. Vanavond snoepen we lekker van de rucola en zondag als Huub jarig is beginnen we met een fantastische Rabarber Meringue taart. Vorig jaar voor het eerst gemaakt en het is absoluut een blijvertje.
De meeste bestanddelen voor de taart komen uit eigen tuin, dat is natuurlijk het leukst. Wil je de taart ook maken…geen probleem. Hieronder het recept…
Rabarber Meringue taart
• Boter om in te vetten
• 4 eieren
• 125 gram zachte boter
• 325 gram + 4 eetlepels suiker
• Snufje zout
• 3 zakjes vanille suiker
• 150 gram bloem
• 2 theelepels bakpoeder
• 5 eetlepels melk
• 6 eetlepels amandelschaafsels
• 500 gram rabarber
• 1 pakje vanille kook pudding
• 400 ml slagroom
• Poedersuiker om te bestuiven
Verwarm de oven voor op 150 graden
Vet twee springvormen van 24 cm doorsnede in. (Ik gebruik altijd een spuitbus, lekker makkelijk) Splits de eieren en klop de boter met 125 gram suiker, zout en 1 zakje vanillesuiker tot een romig mengsel. Roer de eierdooiers er 1 voor 1 door. Spatel de bloem en het bakpoeder er door en roer de melk er in kleine scheutjes door. Verdeel het beslag over beide vormen.
Klop de eiwitten stijf en voeg tijdens het kloppen de overgebleven suiker toe. Klop tot er mooie pieken ontstaan. Verdeel het eiwit over de beide springvormen. (op het beslag dus.
Strooi over beide vormen 3 eetlepels amandelschaafsel en bak de bodems 25-30 minuten in de oven. Laat de bodem even afkoelen, na 15 minuten uit de vorm halen en op een rooster verder laten afkoelen.
Was de rabarber en snijd het in stukjes. Breng het met 100 ml aan de kook en 2 eetlepels suiker. Roer de pudding met 6 eetlepels water glad en roer het door de rabarber. Laat het mengel 1 minuut koken en laat een beetje afkoelen. Verdeel het gelijkmatig over 1 van de taartbodems.
Klop de slagroom stijf, voeg de 2 zakjes vanillesuiker toe en 3 eetlepels suiker. Strijk de slagroom over de rabarberpudding en leg de andere taartbodem er op. Bestrooi met poedersuiker.
Eet smakelijk!
En natuurlijk nog even een update van de moestuin..
De laatste week van april is begonnen. De natuur is ontwaakt. Niets slaapt nog. Behalve dan de dood gewaande druif van mijn buurvrouw en de appelboom waarvan Lola de bast heeft afgegeten, maar verder is er een explosie van groen, kleur en geur geweest bij ons in de tuin.
Blij word ik van de geur van het eerst gemaaide gras. Warm wordt ik van het gekir van de eerste broedse kip, vol van verwachting neem ik de eerste hap van de pas geplukte spinazie die ik haast uit de grond gekeken heb. Het is geen tuin meer vol beloftes, maar een waargemaakte belofte en een belofte voor nog veel meer.
Mijn harde werken wordt beloond, wat je zaait oogst je ook. Ja, ik wil…zei ik tegen mijn aardbeiplanten en zij zeggen het terug. Vandaag heb ik hun bedje bedekt met mooi vers stro. De talloze bloemknopjes bedanken me in stilte. Het enige minpuntje is de droogte. We sproeien ons suf. Vanaf het avondeten lopen we af en aan met volle gieters.
Mo mijn buurvrouw kwam deze week bij me. ‘Mijn druif is dood! Zegt ze..’Overal lopen de druiven al uit en die van mij doet helemaal niets…!’
Vorig jaar heeft ze flink wat euro’s neergeteld voor een prachtige oude wijnstok. Wit of rood? Geen idee, maar de oude wijnstok ziet er prachtig uit met zijn oude robuuste weerbarstige stam. Vol liefde en zonder groene vingers heeft ze hem veel water gegeven vorig jaar en ik heb samen met haar de wijnstok traditiegetrouw tussen kerst en oud&nieuw de slapende zijscheuten gesnoeid. Dus hoezo dood! Mijn kopje koffie smaakte niet meer. Ik heb wel tien keer gezegd dat het niet kon! ‘Ik geloof het niet, het kan gewoon niet…wat heb je gedaan…!’
Ik heb mijn kopje koffie laten staan. Heb Huub opgepakt en ben met Mo meegegaan naar haar huis. Mijn eerste indruk was: ‘Oh nee toch! ’Maar toen ik dichterbij kwam en de veerbaarheid van de uitlopers voelde geloofde ik het niet. ‘Je bent niet dood!’ Absoluut niet.
Mo sputterde nog wat:’ H. zei dat hij dood was en mijn schoonmoeder die jarenlang een bloemenzaak heeft gehad zei dat hij dood was…’ Mijn ogen laten zich langzaam leiden langs de grillige uitlopers. En ineens, verdekt opgesteld zie ik een ontwakend knopje. Licht gezwollen. Ik doe een vreugdegil, roep Mo en zij gilt mee. Samen met Sam en Huub doen we een vreugde dansje in de tuin. Hij leeft…Hij wil nog! Huub vind het dansen leuk maar mist natuurlijk volledig de strekking van het dansje en kijkt ons met een scheef hoofd aan zo van…ehmmm Mam, je doet raar!
Mo belt haar man. Die moet het eerst nog maar even zien. Ongelovige Thomas dat je er bent…
Mijn druiven zijn de slaap volledig vergeten. De bloemtrossen staan fier rechtop richting zon en de uitlopers groeien met de dag. Zoals beloofd krijg ik weer het meest mooie verjaardagscadeau wat een mens zich kan wensen en dat is een boomgaard vol bloesem. ( Of een geit, maar daar kan ik naar fluiten geloof ik.) Rose en wit..Uitbundiger dan je je voormogelijk kan houden.
Alleen ‘Boompje’ Hoe Annalyn de appelboom liefkozend noemt heeft het zwaar. We brengen haar elke dag twee emmers water. Je kunt aan het groen onder de dorre uiteinden zien dat ze wil.
Het zoemt al flink in de tuin. Ook de bijen zijn weer uitgevlogen en ik hoop dat ze zich tegoed doen aan de nectar in mijn boomgaard en zorgen voor een mooie bevruchting van alle bloemen zodat we verzekerd zijn van een mooie oogst. Ook Boompje zorgt er vast voor dat we ook van haar een paar mooie appels krijgen. Waarschijnlijk de lekkerste appels ooit.
Over oogst gesproken. Vanavond snoepen we lekker van de rucola en zondag als Huub jarig is beginnen we met een fantastische Rabarber Meringue taart. Vorig jaar voor het eerst gemaakt en het is absoluut een blijvertje.
De meeste bestanddelen voor de taart komen uit eigen tuin, dat is natuurlijk het leukst. Wil je de taart ook maken…geen probleem. Hieronder het recept…
Rabarber Meringue taart
• Boter om in te vetten
• 4 eieren
• 125 gram zachte boter
• 325 gram + 4 eetlepels suiker
• Snufje zout
• 3 zakjes vanille suiker
• 150 gram bloem
• 2 theelepels bakpoeder
• 5 eetlepels melk
• 6 eetlepels amandelschaafsels
• 500 gram rabarber
• 1 pakje vanille kook pudding
• 400 ml slagroom
• Poedersuiker om te bestuiven
Verwarm de oven voor op 150 graden
Vet twee springvormen van 24 cm doorsnede in. (Ik gebruik altijd een spuitbus, lekker makkelijk) Splits de eieren en klop de boter met 125 gram suiker, zout en 1 zakje vanillesuiker tot een romig mengsel. Roer de eierdooiers er 1 voor 1 door. Spatel de bloem en het bakpoeder er door en roer de melk er in kleine scheutjes door. Verdeel het beslag over beide vormen.
Klop de eiwitten stijf en voeg tijdens het kloppen de overgebleven suiker toe. Klop tot er mooie pieken ontstaan. Verdeel het eiwit over de beide springvormen. (op het beslag dus.
Strooi over beide vormen 3 eetlepels amandelschaafsel en bak de bodems 25-30 minuten in de oven. Laat de bodem even afkoelen, na 15 minuten uit de vorm halen en op een rooster verder laten afkoelen.
Was de rabarber en snijd het in stukjes. Breng het met 100 ml aan de kook en 2 eetlepels suiker. Roer de pudding met 6 eetlepels water glad en roer het door de rabarber. Laat het mengel 1 minuut koken en laat een beetje afkoelen. Verdeel het gelijkmatig over 1 van de taartbodems.
Klop de slagroom stijf, voeg de 2 zakjes vanillesuiker toe en 3 eetlepels suiker. Strijk de slagroom over de rabarberpudding en leg de andere taartbodem er op. Bestrooi met poedersuiker.
Eet smakelijk!
En natuurlijk nog even een update van de moestuin..
Abonneren op:
Posts (Atom)